Er zijn van die onderwerpen waar je eigenlijk liever niet teveel over praat. Je wilt gewoon dat het goed is geregeld. Zo’n onderwerp is afval. In de oriënterende vergadering van 22 september van de gemeenteraad hebben we lang over afval gepraat.
Ik weet niet welke associaties u heeft met afval, maar ik moet dan altijd denken aan de afvalcrisis in Italië een aantal jaren geleden. Bergen afval in de straten die daar bleef rotten en allerlei ongedierte aan trok. Als ik dan door Dedemsvaart fiets, ben ik zo blij dat onze straten zo schoon zijn. Zelfs in coronatijd ging het afval verzamelen gewoon ongemerkt door. Als de gemeente en de overheid ergens een taak heeft dan is het wel in afvalverzameling. Als je als gemeente die taak niet goed oppakt dan wordt het gauw een puinhoop. Dat kunnen we als inwoners niet zelf; daar hebben we echt de gemeente voor nodig. En zelfs al is het in ons land en in onze gemeente goed geregeld, dan nog zie je vuil in het buitengebied en in sloten en bermen. Een aantal inwoners in onze gemeente is gelukkig zeer actief om de gemeente telkenmale te wijzen op zwervend vuil.
Heel concreet lag in de gemeenteraad de vraag voor of we het inzamelen van restafval (containers) van 1 x per 4 weken kunnen verlagen naar 1 x per 8 weken. Het idee is dat minder vaak restafval ophalen ervoor gaat zorgen dat we per inwoner ook minder restafval produceren. Het streven is om in 2025 de landelijke doelstelling te bereiken van 30 kg restafval per inwoner per jaar. Voor 2020 was die doelstelling 100 kg restafval per inwoner per jaar. In het voorstel van het College krijgen de huishoudens dan de beschikking over een milieupas om eventueel tussentijds restafval zelf te brengen naar een ondergronds verzamelsysteem. De redenering is dat de meeste inwoners de container nu gemiddeld ook 6 keer per jaar aanbieden en dat de frequentie van 12 keer per jaar dus wel naar 6 keer per jaar kan worden teruggeschroefd.
Bij monde van Gerard Nijhof heeft het CDA ingebracht dat het CDA de hoeveelheid restafval zo veel mogelijk wil beperken en de lasten van afvalinzameling voor onze inwoners en bedrijven zo laag mogelijk wil krijgen. Als we het Raadsvoorstel lezen, hebben we grote moeite om de logica ervan te volgen. Je ziet het al voor je dat je onder de zomerse temperaturen twee maanden lang je afval zou moeten bewaren en die afvalbak steeds meer onaangenaam gaat ruiken. Dan wil je als inwoner wel af van je restafval van vier weken. Diverse inwoners en ondernemers hebben ons er ook mails over gestuurd. Er zijn niet-ondernemers die met de gedachte lopen om dan maar een extra grote container te gaan gebruiken van andere afvalinzamelaars. De Participatieraad heeft nog eens gewezen op inwoners die veelvuldig gebruik maken van incontinentie- en/of stomamateriaal en gezinnen met kleine kinderen voor wie de restafvalcontainer snel vol is. Een oudere en/of slecht ter been zijnde inwoner moet dan straks met zakken restafval gaan slepen naar een ondergrondse container. De besparing van het minder frequent ophalen van het restafval wordt bovendien grotendeels teniet gedaan door het moeten investeren in ondergrondse systemen waar inwoners dan zelf het restafval heen moeten brengen. Kortom, het CDA vindt de argumentatie voor de verlaging van de frequentie van de huis-aan-huis inzameling van restafval onvoldoende en verwacht ook niet dat we hiermee een forse slag gaan maken in de reductie van het restafval.
Van afval moet je af en dan helpt collectief inzamelen beter dan dat we dat allemaal op ons eigen houtje naar de ROVA-locatie Bovenveld rijden. De beginvraag is natuurlijk: hoe komen we aan zoveel restafval en kunnen we dat beïnvloeden? Daar zouden we wel eens een oriënterende raadsvergadering aan kunnen wijden.
CDA-fractie