In Overijssel vierden we de afgelopen weken
op een aantal plaatsen
al 75 jaar vrijheid. Onwerkelijk was het wel, want er was, behalve het vlaggen,
weinig feestvertoon. In de huidige omstandigheden ervaren velen van ons eerder
een gevoel van beperking dan van vrijheid. Het geeft een soort oorlogsgevoel.
Stilte op straat, Je kunt niet meer overal gaan en staan en ja, toen ook
ontvielen je plotseling mensen.
Nu zitten
we vast in de intelligente lock-down. Dat is niet voor iedereen direct een
ramp, want in de huiselijke situatie kunnen we nog door-functioneren. Toch is
er veel persoonlijk leed. Er staan er ondernemingen op omvallen. We hebben
zorgen over degenen die eenzaam zijn of zich eenzaam voelen, vooral ouderen.
Maar ook kinderen die soms nu thuis is een permanent onveilige situatie zitten.
Zorgverleners die bang zijn om besmet te raken of patiënten te besmetten. Te
veel om op te noemen. Toch zien we ook lichtpuntjes, mensen die naar elkaar
omzien, anderen steunen, een helpende hand te bieden. Zingen bij zorgcentra,
initiatieven bij voedselbanken, kaartjes voor mensen die in hun eentje
verpieteren en inzet van vrijwilligers, waaronder in de gezondheidszorg.
En we leren
nieuwe dingen zien, dingen anders doen. Een heldere lucht, het hebben van
digitale afspraken, begeleiden onze kinderen met thuis leren. Het virus dwingt
ons industriële luchtvervuiling te reduceren, auto’s te laten staan en reizen
per vliegtuig te vermijden. De mondiale productieketens vallen goeddeels stil.
Onze afhankelijkheid, verslaving aan wat van ver komt, wordt zichtbaar. Je zou
kunnen zeggen dat we sommige luxe moeten, maar in veel gevallen ook kunnen,
missen. Het laat ons stilstaan bij onze consumptie. Veel willen hebben en na
verloop van tijd daar ook veel weer van weggooien. Het geeft zicht op ons
sociaal economisch leven. Waar sterker bezuinigd is op gezondheidszorg en
sociale verzekeringen, waar de ongelijkheid in inkomens groter is, waar de
baanzekerheid kleiner is en de financiële kwetsbaarheid schrijnender, daar valt
de economie sneller uit elkaar. Daar waar het de sterken ging om zich te
versterken, zitten de minder bedeelden nu dieper in de penarie. Plotseling zijn
de ZZP-ers en tijdelijke contracten niet meer een oplossing voor bedrijven,
maar een probleem voor onze maatschappij. Het is nog onzeker hoe het gaat
lopen, we hopen op en verlangen naar normale tijden. Een knuffel, een kus, een
hand en een schouderklop. Niet alles zal, kan, meer het oude worden: we moeten
lessen trekken uit hoe we nu we naar elkaar omzien. De waarde van elkaar
ontmoeten, elkaar echt in de ogen te kijken en zorg voor elkaar te hebben,
(lokaal) elkaar te ondersteunen, af te zien van alles te willen hebben of mee
te maken of anderen uit te buiten. Of het nu in arme landen is of in een
flexibel arbeidsbestel. We moeten verder kijken dan vierjaarstermijnen van
besturen en regeren. Als we onze huidige manier van leven en onze
welvaartsbelangen vasthouden en veiligstellen, missen we visie, gevoel voor
urgentie en durf om aan de vraagstukken te werken die zich nu voordoen. Het
moet gaan om welke waarden we als samenleving voor de lange termijn willen
nastreven en wat we daar voor doen en laten. Wij vinden dat moeilijk, jezelf
opofferen voor anderen. Iets wat we met Pasen wel gezien hebben, Jezus die zich
opofferde voor de mensheid om haar te redden uit de misère.Terug naar het begin
van deze column; velen hebben hun leven gegeven voor de vrijheid waarin we nu leven.
We gedenken ze tot op de dag van vandaag en jaarlijks speciaal op 4 mei. We
bidden voor betere tijden, totdat Christus komt, ook voor jou, ongeacht wie je
bent of wat je hebt gedaan. Zijn belofte houdt stand. Hij is bij ons tot de
voltooiing van deze wereld.
ChristenUnie
Hardenberg